top of page
GETALPUZZELS TOT 10
.
Klikken op de afbeelding. Het document opent automatisch.
GETALPUZZELS
HOEVEELHEDEN HERKENNEN TOT 10
KNIJPKAARTEN TOT 4, 6, 8 EN 10
Klikken op het tweede handje 'pdf'. Document opent automatisch.
TIKJES OP DE RUG
De spelregels:
Speler 1 tikt zachtjes op de rug van speler 2. Speler 2 moet tellen hoeveel tikjes hij voelt. Klopt het? Dan worden de rollen omgedraaid. Variant: het 'voelende' kind krijgt een bakje met blokjes en legt voor elk tikje en blokje.
 
Meer leuke ideetjes?
HOEVEEL KNIKKERS ZITTEN ER IN DE FLES?
(schatten en tellen)
 
 
 
 
 
 
 
 
De spelregels:
Voor dit spel zijn minimum 3 spelers nodig. Een speler doet een aantal knikkers in de fles, zonder dat de andere spelers zijn hoeveel dit er zijn. De andere spelers schatten vervolgens hoeveel knikkers er in de fles zitten. Dit doen ze door een getal op een klein papiertje te schrijven. De knikkers worden geteld. Welke speler had het antwoord juist of zat er het dichtste bij? Hij mag een knikker nemen als punt. Na 5 keer spelen, wordt gekeken wie van de kinderen de meeste antwoorden juist had.
Meer leuke ideetjes?
DOMINO
.
Klikken op de afbeelding en de afbeelding opslaan.
HOEVEEL DIEREN ZIE JE?
(internetspel)
​
​
PLAK!
De spelregels:
Op tafel liggen 10 (of meer) voorwerpen. Één leerling wordt aangeduid. Hij verlaat de klas. Met de andere leerlingen wordt terwijl afgesproken bij welk voorwerp 'PLAK!' gezegd zal worden. De leerling die buiten de klas wacht, mag terug binnenkomen en telt één voor één de voorwerpen door ze aan te wijzen. Komt hij bij het afgesproken  voorwerp, dan roepen de leerlingen 'PLAK'.  Het getal dat als laatste genoemd werd, is de score van de leerling. De speler met de hoogste score, wint. Dit spel kan eveneens in kleinere groep gespeeld worden.
.
Meer leuke ideetjes?
HOEVEEL HEB IK GELEGD?
De spelregels:
De it spel wordt per twee gespeeld. Speler 1 legt een aantal voorwerpen op tafel en dekt die vervolgens vlug af. Kan speler 2 de juiste hoeveelheid zeggen?
.
3, 2, 1 START!
De spelregels:
Dit spel wordt in tweetallen gespeeld. Op de tafel liggen verschillende kaarten met hoeveelheden op. Deze kaartjes worden omgedraaid op de tafel gelegd. Elke speler krijgt één minuut (zandloper) de tijd om zoveel mogelijk kaartjes n om te draaien en de hoeveelheid te benoemen in één minuut. Welke speler kan de meeste kaartjes omdraaien en correct benoemen?
.
bottom of page