top of page
Spelend leren in de rekenles!
HOE BEWEEGT DE SLANG ZICH VOORT?
De spelregels:
De leerlingen worden verdeeld in groepjes van 4 leerlingen. Zij vormen samen een slang door achter elkaar te staan. Telkens wanneer de leerkracht een opdracht geeft, voeren de slangen de opdracht uit. Komen de slangen tegen een muur terecht, dan wachten ze tot de volgende opdracht wordt gegeven. Mogelijke opdrachten: steek schuin/recht over, ga naar links/rechts, stap vooruit/achteruit….
RICHTING VAN BEWEGING
BEWEEG ALS EEN ROBOT!
De spelregels:
Dit spel wordt in tweetallen gespeeld. Speler 1 is de robot. Hij moet alle instructies opvolgen die speler 2 hem geeft, bv. ga vooruit, stop, ga naar links, ga achteruit, zet twee passen naar achter, draai helemaal rond, schuif naar rechts, kom naar mij
toe, maak een halve draai, ga van mij weg, stap langs de muur, loop recht naar mij toe …… Vervolgens worden de rollen omgedraaid.
.
HET PIJLENSPEL
De spelregels:
Dit spel wordt met twee spelers gespeeld. Speler 1 heeft een rooster voor zich liggen (bv. een blad centimeterpapier) Hij/zij kiest een vakje en zet hier een kruisje in. Dat is zijn startpunt Speler 2, die een pijl heeft, duidt telkens de richting aan die speler 1 moet volgen. Bv. speler 2 draait zijn pijl naar rechts, dan moet speler 1 één vakje naar rechts gaan in het rooster. Wanneer de volledige weg werd afgelegd, wisselen de spelers van rol.
HET BALSPEL
De spelregels:
Speler 1 krijgt een bal en gooit deze naar een andere speler. Wanneer speler 2 de bal ontvangt, formuleert speler 1 een opdracht voor speler 2. Bv. 'Gooi de bal naar voor, naar achter, naar links, naar rechts, schuin, onderwaarts... , Speler 2 voert de opdracht uit en gooit de bal vervolgens naar een andere speler. Heeft de andere speler de bal opgevangen, dan formuleert speler 2 zijn opdracht. Op deze manier wordt het spel verdergespeeld.
.
HET BLINDEMANNETJE
De spelregels:
Dit spel wordt met twee spelers gespeeld. Één speler is het blindemannetje. Hij wordt geblinddoekt. Speler 2 laat het blindemannetje door de ruimte bewegen door verschillende opdrachten te geven. Eventueel kun je zorgen voor hindernissen die ontweken moeten worden, zoals kegels, matten...
.
VOLG DE PIJL
De spelregels:
Dit spel wordt met twee spelers gespeeld. Speler 1 krijgt een pijl. Hij houdt de pijl telkens in de richting van de beweging, terwijl hij de opdrachten uitvoert die speler 2 hem geeft. Bv. kom naar mij toe, kijk naar de pijl, draai naar rechts, volg de richting van de pijl, ga verder van mij weg, je gaat omhoog/naar beneden...
.
LUCHTPIANO
De spelregels:
De leerlingen staan naast hun stoel. Ze spelen luchtpiano en bewegen hun handen op de manier dat de leerkracht het zegt (hoog, laag, nog lager, links, rechts, op je bank, onder ...).
WAAR LIGT DE SCHAT?
De spelregels:
Voorzie verschillende bladen centimeterpapier waar een startpunt en een schat op getekend staan. Speler 1 krijgt een blanco blad centimeterpapier. Enkel het startpunt werd hier reeds op aangeduid. Speler 2 moet ervoor zorgen dat speler 1 zo snel mogelijk bij de schat geraakt, door de route te beschijven, bv. ga 3 vakjes naar rechts, ga nu 2 vakjes naar boven...
VOLG DE WEG
De spelregels:
Voor dit spel wordt de klas in twee groepen verdeeld. Groep 1 legt een parcours met pijlen klaar, (bv. pictogrammen), terwijl groep 2 even buiten het lokaal wacht. Wanneer het parcours klaar is, mag groep 2 binnenkomen. Zij moeten het parcours correct uitvoeren. Vervolgens worden de rollen omgedraaid. Groep 2 stelt nu een parcours op voor groep 1.
DE BRANDSLANG
De spelregels:
Dit spel wordt per twee gespeeld. Elke speler krijgt evenveel kaarten. De spelers moeten ervoor zorgen dat de brandslang vervolledigd wordt. Om de beurt trachten de spelers een kaart te leggen. Kan een speler niets leggen, dan is de beurt opnieuw aan de andere speler. De speler die de laatste kaart om de brandslang te vervolledigen, wint.
Afbeeldingen opslaan.
WIE DOET HET OMGEKEERD?
De spelregels:
Één leerling wordt aangeduid door de leerkracht. Hij verlaat eventjes de ruimte. Terwijl wordt in de klas een andere leerling aangeduid. Hij voert alle opdrachten omgekeerd uit (bv. rechts in plaats van links, omhaag i.p.v. omlaag...) De andere leerlingen voeren gewoon de opdracht uit die de leerkracht zegt. De leerling die buiten de klas stond, komt naar binnen en moet zo snel mogelijk achterhalen welke leerling de opdrachten fout uitvoert. Mogelijke opdrachten: wijs naar links, kijk naar rechts, zet vier stappen vooruit, ga een stap achteruit, steek je rechterarm uit, leg je handen op je hoofd.
DUID DE JUISTE WEG AAN!
De spelregels:
Speler 1 krijgt een pijlenschema. Speler 2 krijgt een rooster. Speler 1 moet ervoor zorgen dat speler 2 de correcte weg aflegt door hem instructies te geven, bijvoorbeeld 'Ga één vakje naar beneden/ naar boven/ naar links/ naar rechts/ schuin... Je kunt elk rooster en pijlenschema dat bij elkaar hoort op eenzelfde kleur afdrukken. Daarbovenop kun je de roosters plastificeren en de leerlingen de weg met whiteboardstift laten noteren.
Klikken op 'télécharger le pdf'. Document opent automatisch.
bottom of page