WAAR STAAT HET MANNETJE?
De spelregels:
Speler 1 legt een Legomannetje op een bepaalde plaats in de klas. Speler 2 moet beschrijven waar het Legomannetje staat door de begrippen als op, naast, boven, voor, na, achter, onder, links, rechts, tegen(over), dicht bij … te gebruiken. Vervolgens worden de rollen omgedraaid.