top of page
RUIMTELIJKE ORIËNTATIE
IN OF UIT DE KRING?
De spelregels:
Teken een grote kring op de speelplaats. Geef de leerlingen verschillende opdrachten, bv. alle meisjes in de kring, alle jongens uit de kring, 5 kinderen in de kring, de andere kinderen uit de kring...
DE JUF ZEGT...
De spelregels:
Zeg telkens 'De juf zegt...' vervolgd door een opdracht. De spelers voeren de opdracht zo snel mogelijk uit. 
Mogelijke opdrachten zijn: 
- Ga tegen de muur staan.
- Ga ver weg van (dicht bij) de juf/meester staan.
- Ga in het midden van de klas staan.
- Ga achter/naast elkaar staan.
- "Jolien" ga tussen "Jan" en "Elke" staan.
- Ga naast je stoel staan.
- Kruip onder de bank.
- Hou je hand boven je bank.
- Ga met de rug tegen het bord staan.
- Ga tussen twee stoelen staan.
- Elke jongen gaat tegenover een meisje staan. 
 -Hou je armen op je buik, op je rug...
- Hou je hand voor je hoofd.
- Leg je hand op je hoofd.
- ...
IN EEN KLEIN STATIONNETJE
De spelregels:
De leerkracht zingt het lied 'In een klein stationnetje'. De spelers vormen zo snel mogelijk een trein. Een aantal reizigers stappen uit van de trein. De spelers moeten goed opletten wie dat zijn. Denken de spelers dat zij uit de trein moeten stappen, dan doen ze dit! Mogelijke opdrachten: De reiziger die voor/achter *naam leerling* staat, stapt uit. De reiziger die tussen *naam leerlingen* staat, stapt uit...
RA, RA, RA... WAT ZIE IK?
De spelregels:
Een speler komt vooraan in de klas staan en beschrijft de positie van een voorwerp, bv. “Het staat op de grond, achteraan in de klas, in de hoek, tegen de kast. Wat is het?” De andere spelers moeten zo snel mogelijk raden over welk voorwerp het gaat. Je kunt ervoor kiezen dat de klas bv. 2 levens heeft en dus 2 mogelijke raadkansen. Raadt de klas het voorwerp niet, dan wint de speler die vooraan staat, het spel.
WAAR STAAT HET MANNETJE?
 
De spelregels:
Speler 1 legt een Legomannetje op een bepaalde plaats in de klas. Speler 2 moet beschrijven waar het Legomannetje staat door de begrippen als op, naast, boven, voor, na, achter, onder, links, rechts, tegen(over), dicht bij … te gebruiken. Vervolgens worden de rollen omgedraaid.
RA, RA, RA... WAAR HEB IK HET VOORWERP VERSTOPT?
De spelregels:
De leerkracht heeft voor aanvang van de les een voorwerp verstopt in de klas. De leerlingen moeten door middel van ja/neen-vragen achterhalen waar het voorwerp verstopt is. De leerlingen krijgen 10 vragen om het voorwerp te vinden. Mogelijke vragen: ligt het vooraan in de klas? Zit het ergens in? Is het groot? ...
DOE WAT IK ZEG!
De spelregels:
Dit spel wordt per twee gespeeld. Speler 2 moet alles doen wat de baas (speler 1) zegt. Mogelijke opdrachten zijn: leg je gom in je bank, zet je boekentas tussen de bank en de muur, leg je arm achter op je rug...
DE BRANDSLANG
De spelregels:
Dit spel wordt per twee gespeeld. Elke speler krijgt evenveel kaarten. De spelers moeten ervoor zorgen dat de brandslang vervolledigd wordt. Om de beurt trachten de spelers een kaart te leggen. Kan een speler niets leggen, dan is de beurt opnieuw aan de andere speler. De speler die de laatste kaart om de brandslang te vervolledigen, wint.
WELK VOORWERP ZOEK IK?
De spelregels:
Dit spel wordt per twee gespeeld. Speler 1  beschrijft de positie van iets of iemand in de ruimte. Daarbij gebruikt hij de juiste begrippen. Speler 2 krijgt 3 kansen om het voorwerp te raden.
Afbeeldingen opslaan.
WAT HEEFT DE JUF IN HET OOR GEFLUISTERD?
De spelregels:
De leerkracht fluistert bij enkele leerlingen een opdracht in om op een bepaalde plaats in de klas te gaan staan of zitten, bv. achter het bord, onder de tafel, achter de deur, achter de rug van ... De andere leerlingen moeten trachten te achterhalen welke opdracht de leerkracht aan het kind gegeven heeft.
HOE BEWEEGT DE SLANG ZICH VOORT?
De spelregels:
De leerlingen worden verdeeld in groepjes van 4 leerlingen. Zij vormen samen een slang door achter elkaar te staan. Telkens wanneer de leerkracht een opdracht geeft, voeren de slangen de opdracht uit. Komen de slangen tegen een muur terecht, dan wachten ze tot de volgende opdracht wordt gegeven. Mogelijke opdrachten: steek schuin/recht over, ga naar links/rechts, stap vooruit/achteruit….
DE PUZZELZOEKTOCHT
De spelregels:
In de klas werden door de leerkracht vooraf verschillende puzzelstukken verstopt. De leerlingen krijgen per 2 een papiertje met aanwijzingen waar ze moeten zoeken om hun puzzelstukje terug te vinden. Wanneer alle leerlingen hun puzzelstukje heben gevonden, wordt de puzzel in elkaar gestoken.
WIE DOET HET OMGEKEERD?
De spelregels:
Één leerling wordt aangeduid door de leerkracht. Hij verlaat eventjes de ruimte. Terwijl wordt in de klas een andere leerling aangeduid. Hij voert alle opdrachten omgekeerd uit (bv. rechts in plaats van links, omhaag i.p.v. omlaag...)  De andere leerlingen voeren gewoon de opdracht uit die de leerkracht zegt. De leerling die buiten de klas stond, komt naar binnen en moet zo snel mogelijk achterhalen welke leerling de opdrachten fout uitvoert. Mogelijke opdrachten: wijs naar links, kijk naar rechts, zet vier stappen vooruit, ga een stap achteruit, steek je rechterarm uit, leg je handen op je hoofd.
LUCHTPIANO
De spelregels:
De leerlingen staan naast hun stoel. Ze spelen luchtpiano en bewegen hun handen op de manier dat de leerkracht het zegt (hoog, laag, nog lager, links, rechts, op je bank, onder ...). 
DICHTBIJ OF VERAF?
De spelregels:
Voor aanvang van de les trok de leerkracht foto's van verschillende voorwerpen op de speelplaats (of in een andere ruimte). De foto's werden steeds vanop een verschillende plaats/afstand genomen. Deze foto's werden afgedrukt. Op de speelplaats staan verschillende grote bollen getekend. Elke bol staat voor een bepaalde foto die vanop die plaats werd getrokken. De leerlingen moeten bij elke bol de bijhorende foto leggen.
DE WERELD BEKEKEN DOOR EEN KOKER!
De spelregels:
De leerlingen werken per 2. Één leerling krijgt een koker. Hij moet de opdrachten uitvoeren die de leerkracht zegt. Vervolgens worden de rollen opgedraaid. Mogelijke opdrachten bij het kijken door de koker: zorg ervoor dat je je klasgenoot volledig ziet staan, zorg ervoor dat je enkel zijn/haar ... ziet...
ZEESLAG
bottom of page